In december 1960 duiken The Cousins de studio in voor de opname van twee nieuwe nummers: “I Told You So”(rock) en “Dale Que Dale” (chachacha) van de hand van Guy Dovan. Beide nummers moeten dienen voor een EP (Extended Play) die op de markt gebracht wordt in Frankrijk. De platenhoes is identiek aan de eerder uitgebrachte single. Ondertussen wordt “Kili Watch” op de markt gebracht in dertien landen waaronder Australië en Uruguay.
De groep krijgt aandacht in de internationale pers en ook het Amerikaanse Billboard signaleert “Kili Watch” van de Belgische groep The Cousins als een stijger in de internationale hitlijsten. De eerste televisieoptredens van The Cousins vinden ook plaats in het buitenland. Guy Dovan (29 jaar, gitaar en zang), André Shore (23 jaar, sologitaar en zang), Jacky Stekke (17 jaar, bas en zang) en Adrien Ransy (23 jaar, drums) trekken naar Parijs voor de opnames van “Toute la Chanson”, een programma van André Salvet en gepresenteerd door Jacqueline Joubert. “Kili Watch wordt uitgezonden op 30 januari.
Op woensdag 18 januari ontvangen ze een uitnodiging van de Nederlandse televisie voor een optreden in het programma “Pas Geperst” dezelfde avond. Ze vertrekken spoorslags naar Hilversum. Ondertussen bereiken ze de derde plaats in de Vlaamse hitlijsten, na twee nummers van Elvis Presley “Wooden Heart” en “Are You Lonesome Tonight”. Vier maand na de lancering van “Kili Watch” bereikt de verkoop 100.000 exemplaren, een absoluut record voor Belgische artiesten toen der tijd.
Op 1 maart, tijdens het bal van de club “Les Cousins” in het Brusselse Plazza Hotel, georganiseerd door Jean-Paul Wittemans, ontvangen ze een gouden plaat uit handen van Jan Theys van Palette Records. The Cousins zijn de eerste Belgische artiesten in het populaire genre die deze onderscheiding mogen ontvangen. s’ Anderendaags wordt in de ”Martini Club de Belgique” de tweede single van de groep aan de pers voorgesteld. “Kana Kapila”, rocktempo en “Bouddha”, een instrumental in het spoor van het succesvolle “Apache” van The Shadows, “Wheels” van The String-A-Longs” en “Pepe” van Duane Eddy.
“Kana Kapila” is duidelijk verwant aan “Kili Watch”. Ook de platenhoes verwijst naar de vorige al is de hoofdkleur nu fel rood. De verkoop is veelbelovend. Tweede plaats in de Belgische Franstalige hitparade na “Non, Je Ne Regrette Rien” van Edith Piaf. Gezien het verder toenemend succes besluiten The Cousins om voortaan professioneel te gaan. Jacky Stekke, amper 17 jaar, moet afhaken. Na een laatste concert te Sint-Pietersleeuw op 9 april verlaat hij de groep. Hij wordt vervangen door Jazzgitarist Jean Huysmans, 20 jaar.
Het eigen repertoire van de groep is nog te beperkt. Er wordt gretig gebruik gemaakt van nummers van Elvis Presley, Eddie Cochran, Buddy Holly enz. Na Belgische televisieoptredens in “Dans ma Rue” bij de RTB en “Kijk Uit” bij de BRT trekken ze terug naar Frankrijk om in het programma “Discorama” hun nieuwe single te promoten.
Zo trekken ze ook naar Rijsel (Lille) voor een live optreden in het programma “Dejeuner Avec Vous”. In het programma wordt ook aandacht besteed aan hun muziekinstrumenten. André Shore speelt op een Framus Hollywood, Guy Dovan eveneens, doch speelde eerder op Framus Lorento. Ook de basgitaar van Jean Huysmans was van het (Beierse) merk Framus.
In april trekken ze weer de studio in voor nieuwe opnamen. Op aanvraag van de brouwerij Piedboeuf (Jupille) componeert Guy Dovan een nummer op tekst van Phil Dape (Philippe Minne, een huisarts) met als titel “Parasol”. Dat is ook de merknaam van een nieuwe limonade op basis van fruitsap die Piedboeuf rond die tijd lanceert. Waarschijnlijk is dit nummer de eerste Belgische opname die volledig door commerciële sponsoring werd gerealiseerd. Deze keer is de tekst niet langer een aaneenschakeling van onomatopeeën maar een volwaardige tekst in het Creools, zoals ook de B-kant “Plere Pays Moin”.
De titel op de hoes is identiek aan het logo van de limonade en voor het eerst staat er ook een foto van de groep op. Limonade en plaat maken deel uit van dezelfde grootse reclamecampagne.
Ondanks de ingezette middelen slaat het plaatje niet aan in Vlaanderen. Het Fransprekend landsgedeelte doet beter, met een tweede plaats in de hitlijsten na het onoverkomelijke “Wheels”.
Haast ter zelfde tijd verschijnt een LP-25 cm “Join The Cousins” met op de hoes het bekende embleem van de club Les Cousins op een rood- en zwarte achtergrond.
Alhoewel de foto’s op de achterkant Jean Huysmans als bassist laten zien werden alle nummers nog met de vorige bassist Jacky Stekke opgenomen. De plaat bevat de nummers van de twee EP’ s en tweei nstrumentals. “The Midnight Sun Will Never Set” van Quincy Jones (ook opgenomen door Henri Salvador) en het bekende “Manhattan Spiritual” waarmee Reg Owen furore maakte bij de lancering van Palette Records in de VS. Deze twee nummers waren eigenlijk opgelegd werk van platenbaas Jacques Kluger die er de uitgeversrechten van bezat. Het was trouwens ook Jean Kluger, oudste zoon van Jacques, die als artistiek directeur The Cousins onder zijn hoede had.