Op 5 januari wordt te Buenos Aires (Argentinië) de trofee PAI 1965 (beste internationale artistieke productie) bekendgemaakt. Deze wordt toegekend aan buitenlandse artiesten die het meest opzienbarend succes scoorden tijdens het voorbije jaar. De eer valt te beurt aan The Cousins, die de prijs tijdens hun komende tournee zullen ophalen.
De groep scheept in te Zaventem op 15 februari 1966 voor een nieuwe tournee doorheen Argentinië. Hun populariteit blijkt onaangetast in het land van de Gaucho’s, overal waar ze komen verdringt zich een grote menigte met zuiders enthousiasme. In de badplaats Mar del Plata worden ze ontvangen door een publiek van wel 8000 mensen. De barstensvolle zaal is veel te klein voor zo’n toeloop en een groot deel van de massa moet vrede nemen met een plaatsje op het strand. Tijdens het carnaval worden ze aangesteld als Ministers van de Muziek en worden hen de sleutels van de stad overhandigd.
Op 10 maart wordt hen op de Belgische ambassade de trofee PAI plechtig overhandigd. Ze ontvangen er een enorme zilveren beker (vervaardigd door Italiaanse zilversmeden in 1880) met een gewicht van 26 kilo. Vooraleer de terugreis aan te vatten, volgen er ook nog enkele prestaties in de Argentijnse buurlanden alwaar hun platen nu ook op de markt zijn gekomen.
Terug in België, verschijnt hun nieuwste 45-toerenplaatje “The Story Of A Country Boy”
(“Il Ragazzo DellaVia Gluck” hit van Adriano Celentano, ook bekend als “La Maison Ou J’Ai Grandi” door Françoise Hardy). Op de keerzijde een nummer van Guy Dovan: “You Will Find Another Baby”. Op de hoes deze keer geen foto maar in dominante letters “The New Sound Of The Cousins”. Op zoek naar een nieuw geluid werd trouwens beroep gedaan op Burt Blanca, bekend van een wat rauwer genre. Ook de look van de Cousins verandert enigszins.
Hun zo typische Latino-snor gaat onder het scheermes.
Na enkele Belgische optredens reizen ze naar Duitsland voor het Tv-programma “Chansons worden Schlagers” waarin ook Gilbert Bécaud te gast is. Het wordt uitgezonden op 16 mei.
Dan naar Frankrijk voor het programma “Bras Dessus, Bras Dessous” van TF1 samen met de Belgische artiesten Tonia en Paul Louka. De uitzending wordt overgenomen door de francofone zenders van België en Zwitserland.
Volgt een nieuwe single “All Right Mama” ( een Jerknummer van André Shore) en “Four Sailors Back Home” (een slow van Jean Huysmans). De (oude) foto op de platenhoes toont nog Pol Pécriaux in plaats van Garcia Morales… Nieuwe soundmix en toegevoegde blazers mogen niet baten want ook deze plaat krijgt weinig aandacht van het jonge Belgische publiek. Deze opnames (de allerlaatste van the Cousins) verschijnen ook nog eens samen met de twee vorige op een EP in Frankrijk in eenzelfde hoes als de single maar op rode achtergrond.
Van 22 tot 29 juli spelen ze in de nightclub La Champagne van het Casino in Oostende. Tijdens de maand augustus zijn ze in Via Reggio aan de Italiaanse Riviera waar ook Ray Charles en Gilbert Bécaud optraden. Op een avondlijk zomerterras nemen ze, na gemeenschappelijk overleg, een zeer moeilijke beslissing.
Moe van het turbulente leven, ver van huis en familie (de oudste drie groepsleden zijn immers getrouwd en hebben kinderen) besluiten ze om de groep op te doeken. Het is niet zozeer de wat tanende populariteit in eigen land of de terugloop van contracten die hen inspireert, maar vooral de behoefte aan meer regelmaat en een familiaal leven. De respectievelijke echtgenotes waren vanzelfsprekend ook vragende partij. Om dezelfde redenen hadden ze al eerder op het jaar een zeer lonend contract van drie maanden in Zuid-Amerika van de hand gewezen.
Terug in België slaat het nieuws van de stopzetting in als een bom. De eerder aangegane overeenkomsten worden evenwel afgewerkt. “Sunday Parade“ in het Parc Marie-Louise te Namur en een hele trits kleinere optredens. Nog drie keer In “Alphabétiquement Votre” van de RTB, uitgezonden in oktober en november en tenslotte het afscheidsconcert in La Boule d’Or in Tubize met Jess and James in het voorprogramma in februari 1967.
Eigenaardig genoeg halen ze in het jaarlijks populariteitsklassement van januari 1967 nog altijd de tweede plaats, na André Brasseur en voor Les Sunlights.
1969
Twee jaar na de opheffing van de groep The Cousins vraagt producer Roland Kluger aan gitarist André Shore om alsnog een plaat op te nemen. Met de hulp van slechts twee andere muzikanten (drums en bas) worden alle partijen van deze opname ingespeeld door André.
Geluidstechnicus is Pierre Dupriez en als muziekaal adviseur Willy Albimoor. De opnames vinden plaats inde Madeleinestudio’s te Brussel en worden gepubliceerd op een LP met 8 nummers (waarvan drie composities van André Shore). Het werkstuk krijgt de titel «The Flying Guitar» en een sound die typisch is voor het einde van de jaren zestig met invloeden van de Flower Power en psychedelische muziekscene.