Aan het begin van het nieuwe jaar loopt het wat spaak met de groep. Nog altijd druk bezet, trekken ze voor de tweede keer naar Denemarken. Ze krijgen een vedetterol in de uitzending “Tot uw orders” van de Nederlandse televisie die rechtstreeks uitgezonden wordt vanaf de luchtmachtbasis te Bergen-op-Zoom voor een publiek van meer dan zesduizend enthousiaste Nederlanders. Maar begin februari komt, als een donderslag bij klare hemel, het ontslag van Adrien Ransy, drummer van de groep.
Adrien kan zich niet langer vinden in het evoluerend repertoire van de groep en besluit om zijn muzikaal talent in een ander genre te benutten. Een opvolger wordt gezocht en gevonden in de persoon van Pol Pécriaux (alias Pépé), een 21jarige Brusselaar, geboren in (Belgisch) Kongo. Na veertien dagen intensieve repetities is Pépé klaar om deel uit te maken van het kwartet The Cousins, naast de broers Van den Meersschaut (Guy Dovan, gitaar en zang & André Shore sologitaar en zang) en Jean Huysmans (Fenderbas). Het eerste Cousinsoptreden van Pol Pécriaux vindt plaats op 23 februari op het “Festival des Jeunes” in het stadhuis van Châtelet waar ook The Fury Boys op het podium staan.
Ondertussen zijn er wel vier verschillende EP ’s op de Belgische en Franse markt. In België de Franstalige versies van “Hey Hey”, “Marilyn”, ”Relax” en de instrumental “The Robot” en op een tweede: “Lawdy Lawdy”, “Sweet Virginia”, “Hambone” en “Limbo Rock”. Deze laatste verschijnt eveneens bij de zuiderburen maar ook een Franse versie van Relax als “Relax Baby”, Roses Are Red als “Je Reviendrai My Love” (waarvan ook versies door Nana Mouskouri en Rika Zaraï), de ongewijzigde titel “Hey Hey” en tenslotte het instrumentaal “The Robot”.
Naast Will Tura, Freddy Sunder en anderen treden ook The Cousins aan in “Hocus Pocus”, de Belgische inzending voor het “Festival van de Gouden Roos” te Montreux, een film van Jef Cassiers voor de BRTN, waarin het viertal verkleed als oude Romeinen swingend “Lawdy Lawdy” ten tonele brengt en nog een paar nummers uit hun actuele platenrepertoire. Deze film wordt uitgezonden in alle deelnemende landen en ook op RTBF (23 augustus).
Wat de platen betreft, komt er een nieuwe single die verspreid wordt in twee verschillende hoesjes, het ene in zwart-wit met een foto van The Cousins op de vleugel van een sportvliegtuigje, het andere in kleur en in halve close up. Het zijn de eerste foto’s met Pol Préciaux als drummer. Het plaatje bevat “Anda” een instrumental met de ritmische castagnetten van de gitarist Jo Van Wetter (die later een enorme hit scoort met “La Playa”). Op de B-kant “Wadya” een rocknummer op Engelse tekst van het trio Earl Gary-Van Aleda-Jean Rolle. De sakkerse plaat haalt helaas niet hoger dan de 18e plaats in de hitlijsten.
Op 23 maart wint Denemarken het Eurosongfestival In Londen met “Dansevise” door het duo Grethe & Jorgen Ingmann. De Cousins zijn er als de kippen bij om het aanstekelijke liedje in een instrumentale versie op te nemen. Het wordt uitgebracht als single met het rockende “Boomeranga” (van Willy Albimoor) op de keerzijde.
TIJD VAN DE GROTE TOURNEES
Op 5 mei staan The Cousins op het podium van een openluchtshow te Binche samen met Burt Blanca, Richard Wéry en Dick Rivers. Op 3 juni zijn ze voor de tweede keer te gast op de “Goûter Matrimonial” te Trazegnies in het gezelschap van Salvatore Adamo en Robert Cogoï.
De Franse platenmarkt wordt verrast met twee opeenvolgende EP ’s: de eerste met “Wadya”, “Dansevise”, “Anda” en “Marche Tout Droit” (vertaling van “Walk Right In” van The Rooftop Singers, eveneens opgenomen door Claude François en Frankie Jordan). De hoes toont de groep ten voeten uit op een prachtige kleurenfoto. Voor de tweede single wordt het vliegtuigtafereel hernomen als foto op de hoes. Hierop staan vier nummertjes in het Frans: “Todeloo”, Hully Gully Boy”, “Je n’ Oserai Plus Jamais” en ‘J’ Ai Revu Ton Visage”, twee uptempo nummers en twee ballades, waarvan de eerste drie gecomponeerd zijn door Guy Dovan en het vierde door Pierre Minne. Alle teksten zijn van de hand van Fransman Frank Gérald. De opnames verschijnen pas later op de Belgische markt als singles.
De club “Les Cousins” viert zijn vierde verjaardag op 1 juli, uiteraard niet zonder The Cousins en Jean-Paul Wittemans maar ook met Robert Cogoï. Samen met dezelfde Robert Cogoï zijn ze ook te gast op het tweede “Festival de la guitare d’ or” te Ciney. Winnaars zijn
I Cognito, de latere Sunlights. Op 16 juli vinden we The Cousins in het Casino van Oostende, in het gezelschap van Will Tura en Les Crocque-Morts.
Tijdens de vakantieperiode 1963 verschijnen twee singles. De eerste in juli met “SOS” (naar het noodsignaal in morse) en “Tel Aviv”, twee instrumentals van de hand van André Shore en met een strijkersarrangement van Willy Albimoor. Beide nummers slaan niet goed aan bij het publiek. Het tweede plaatje komt uit in de maand september en is bestemd voor de buitenlandse markt. “Bye Bye Lola” en “Honolulu Love”, in het Duits gezongen en met begeleiding van groot orkest, hebben een duidelijk hawaïaans tintje. Alhoewel vermeld in “Cashbox” van oktober ’63 als opgenomen in Frankfurt (wat niet klopt) gaan ook deze opnames min of meer de mist in.
Tijdens de maand september kunnen The Cousins even op adem komen alvorens twee belangrijke tournees aan te vatten. In die periode worden enkele van hun Franstalige platen uitgebracht in Spanje, Italië, Canada en Brazilië. In oktober trekken ze samen met Will Tura door het hele Vlaamse land met de succesvolle “Tura Toernee”.
De tweede rondreis, georganiseerd door hun platenlabel Palette, gaat voor het eerst buiten de Europese grenzen. Er wacht hen een tournee van een volle maand doorheen Madagaskar en het Franse overzeese gebied La Réunion. De reis, vanaf de Franse luchthaven Orly, gaat gepaard met een aantal perikelen. De vliegtuigtickets komen te laat aan bij hun hotel in Parijs, terwijl de muzikanten al op de luchthaven zijn. Bovendien kan hun materiaal slechts mee met hetzelfde vliegtuig tegen betaling van een forse som, die niet onmiddellijk voor handen is. Na veel geloop en gepalaver kunnen ze uiteindelijk toch nog vertrekken, zij het met vertraging.
De manager van Palette-France zal zich deze historie (die een flinke bom geld heeft gekost) nog lang herinneren. Van de koude Franse bodem naar de felle zon van Antananarivo, alwaar een grote menigte is samengetroept op de luchthaven… voor de komst van Paus Paulus VI. ’s Anderendaags prijkt de foto van de pas gearriveerde Cousins op de frontpagina van het enige madagaskische dagblad naast de foto van de Paus. Enigszins verbaasd over hun populariteit in deze uithoek van de wereld beginnen ze aan een succesvolle tournee. Na een ongebruikelijk zomerse Kerst in hotel “Plage” trekken ze samen met een regiment van het Vreemdelingenlegioen naar La Réunion voor de jaarwisseling. Op 6 januari verlaten ze Afrika voor de terugreis.
Na enkele dagen in familiekring gaat het alweer richting opnamestudio. Februari brengt de nieuwe single “P’tits Oiseaux” ( Antilliaanse calypso in een bewerking van André Shore op tekst in het Engels van Earl Gary & Van Aleda) gekoppeld aan “It’s The Beat” (van en door Guy Dovan, ook op tekst van Earl Gary & Van Aleda), verwijzend naar de nieuwe muzikale trend, overgewaaid uit Liverpool.